Hoe zit dat nu eigenlijk met die luchtslangen?
Iedereen weet natuurlijk dat er een rode en gele luchtspiraal aan de achterkant van de cabine van een trekker zit om de lucht te kunnen koppelen met de oplegger. Maar waarvoor dienen nu eigenlijk de twee kleuren en is het verstandig om altijd dezelfde volgorde aan te houden bij het aan- en afkoppelen? Hieronder gaan we hier wat meer duidelijkheid in verschaffen.
Het uiteindelijke doel van de luchtslangen is er voor te zorgen dat het luchtremsysteem zijn dienst kan doen, waarbij gezorgd wordt dat de trailer überhaupt van zijn plek kan komen, en natuurlijk afgeremd wordt als het rempedaal ingedrukt wordt. Daarnaast kan het ook dienen om de rijhoogte aan te passen middels de luchtvering.
De gele variant zorgt hierbij enkel voor druk wanneer de chauffeur het rempedaal of de parkeerrem bedient. Een losgekomen gele luchtspiraal zorgt dus voor geen remmen meer op de trailer.
Wat doet welke kleur luchtspiraal nu eigenlijk?
De rode variant zorgt voor de toevoer van de lucht om een voorraad op te bouwen, en daarnaast zorgt hij voor een constante druk op de remmen van de trailer. Een losgekomen rode luchtspiraal zorgt dus voor blokkerende remmen. Vaak is er nog wel een mogelijkheid om als er nog genoeg lucht in de ketels zit een knop te bedienen die er voor zorgt dat de remmen alsnog los komen.
Bij het loskoppelen van de trailer is het dus verstandig eerst de rode variant en daarna de gele los te maken zodat de trailer altijd geblokkeerde remmen heeft en niet per ongeluk van de trekker kan schuiven.
Bij het aankoppelen is het wederom het beste om de rode luchtspiraal eerst te koppelen, hiermee ga je direct “lucht draaien” en gaan de remmen los van de trailer, hierna de gele en je hebt onderweg ook weer remdruk bij het bedienen van de pedalen.
Dan nog een kleine tip voor de “luchthandjes” (koppelstukken) die gekoppeld zitten aan de luchtslangen. De open variant is altijd voor de oplegger kant en de automaat variant is altijd voor de trekker kant. Zo kun je nooit lucht verliezen aan de trekker kant bij het afkoppelen van een oplegger.
